Ik heb dit verhaal ook op gSm gepost, maar de manier waarop het gelopen is, was en ben ik niet tevreden over, dus ik ga het nu opnieuw proberen (:
Proloog.
De lucht was helder, vol met sterren en een prachtige, volle maan. Er waren geen wolken, maar alsnog regende het. Niet dat veel mensen nu last zouden hebben van dit vreemde verschijnsel, het was immers midden in de nacht en vrijwel iedereen in het kleine dorpje zou nu slapen.
De enige twee personen die nog wakker waren, kenden dit vreemde verschijnsel. Ze stonden op een berg, hun stemmen amper hoorbaar door de regen, die luid neerkwam en met een roffelend geluid tegen de berg aan ketste.
'Mijn geliefde Añoré.' De stem was zacht, werd overstemd door een emotie. Het silhouet van de oude vrouw was vaag te zien en haar gezicht was verborgen onder de kap van haar zwarte mantel. Ze leunde op een oude stok, waaraan een glimmende, blauwe bol bevestigd was, wat tevens het enige voorwerp was dat licht uitstraalde in de donkere nacht.
Naast de vrouw was een jonge man te zien, hoogstens begin twintig. Hij was beter te zien, mede dankzij het blauwe licht dat de vreemde bol uitstraalde. De witte blouse die hij droeg was oud, kapot en bovenal doorweekt door de regen. De blouse plakte aan zijn blote borstkas - de jongen droeg immers geen shirt onder de blouse. Vaag was er de textuur te zien van grote littekens, die verspreid waren over zijn gespierde borst. Hij droeg een broek waarvan de stof niet te herkennen was en tevens de kleur was niet te zien, vanwege de duisternis.
Zijn halflange, golvende, zwarte haar was in een staart gebonden, hier en daar wat losse plukjes die eruit waren gegaan. Het enige wat echt goed te zien was, waren zijn heldere, blauwe ogen, die uitkeken over het dorpje. Een glimlach krulde om zijn lippen en slechts vaag waren zijn witte tanden te zien - de kuiltjes in zijn wangen overstemmend.
'Añoré,' zei de oude vrouw, nog steeds dezelfde, trieste emotie in haar oude, ruwe stem, 'is een dorp dat snel zal uitgroeien tot een machtig koninkrijk. Een koninkrijk waar vele koningen zullen heersen, voor jaren zo lang dat we ze nooit allemaal zullen meemaken.' De oude vrouw draaide haar hoofd en keek de jongen naast zich aan. 'Ik ben oud, mijn kind, ik heb niet lang meer.' Haar stem klonk zo spijtig en de glimlach die de jongen had gehad verdween, om plaats te maken voor bezorgdheid. 'Mijn kind, ik heb de taak op me gekregen om voor Añoré te zorgen, het op te bouwen, jaren en jaren geleden. Met mijn laatste krachten zal ik er een koninkrijk van maken, een magisch koninkrijk, vol met magie en onmenselijke dingen, precies zoals wij twee zijn.' De jongen deed zijn mond open, maar de oude vrouwe hief haar gerimpelde hand op en de jongen sloot zijn mond weer. 'Mijn kind, wij beiden hebben deze dag zien aankomen. Je broers zullen nooit weten wat wij tweeën zijn en bezitten, hun zullen het nooit begrijpen. Jij beheerst, net zoals mij, de kracht om eeuwen oud te worden. Je broers bezitten dit niet en daarom draag ik mijn taak aan jou over, mijn kind.'
Er viel een stilte, die alleen werd verbroken door het geroffel van de regen. De jongen zweeg en voor een lange tijd dacht hij na.
'Mijn kind, de taak is niet zwaar, het is iets waarvoor je geboren was om te doen. Het zal allemaal op zijn plaats vallen. Er is slechts één regel aan verbonden. Een regel die je zal moeten volgen, omdat het anders je dood betekend en dus ook het einde van Añoré en al haar bewoners.'
De jongen keek de oude vrouw aan, zijn ogen gevuld met nieuwsgierigheid en afschuw. Hij had erover gehoord, de regel die het leven van deze oude vrouw had bepaald. De reden waarom hij nooit een vader had gehad. De reden waarom hij deze dag nooit mee had willen maken.
'Je zult nooit, maar dan ook nooit, verliefd worden op een inwoonster van Añoré. Je zult de liefde bedrijven, kinderen geven aan vrouwen en hopen dat er iemand is die ooit jouw taak over kan nemen. Maar nooit zul je je binden, het huwelijk betreden, enzovoorts.' De oude vrouw keek de jongen recht aan, haar blik strak. 'Is dat duidelijk?'
Hij zweeg. Wat moest hij anders? Het was verboden voor hem om verliefd te worden op het koninkrijk dat hij zou opbouwen. Hij zou nooit ergens anders zijn dan hier, puur omdat Añoré hem nodig zou hebben als de oude vrouw naast hem er niet meer zou zijn.
'Het is duidelijk,' zei de jongen, de oude vrouw niet aankijkend. Hij vocht tegen de gevoelens die door hem heengingen. Hij vocht tegen de wil om te zeggen "Het is niet duidelijk, denk maar niet dat ik het doe", maar hij wilde deze vrouw, wie zeer dierbaar voor hem was, niet teleurstellen.
'Wel,' zei de vrouw en vaag was er een glimlach op haar oude gezicht te zien, 'dan is het tijd om te gaan.' Ze legde de stok met de vreemde, blauwe bal in de handen van de jongen en glimlachte. 'Het zal je goed afgaan, mijn kind, mijn zoon. Añoré zal je leiden. Ooit zullen wij elkaar weer weerzien, mijn kind, mijn zoon, mijn Tulio.'
De oude vrouw sloot haar ogen, haar blik naar de hemel gericht, en vervaagde langzaam, meegenomen door de zachte wind die er was.
Leegte nam bezit van hem en de zware taak nam plaats op zijn schouders, dwong hem te knielen en dwong hem tot het uiten van zijn emoties.
'Ik hou van je, Tulio, mijn kind, mijn zoon.' De stem galmde door zijn hoofd en liet hem omhoog kijken, naar de hemel.
'Ik zal je niet teleurstellen, Evangeline, mijn moeder,' sprak hij zacht, waarna hij overeind kwam, de stok omklemde en verdween in het niets.